De diagnose chronische hyperventilatie gemist
Dit artikel is geschreven door Drs. B. Snitslaar, neuroloog, in de jaren 80 verbonden aan het Fobieënproject van de afdeling Persoonlijkheidsleer van de subfaculteit Psychologie van de Universiteit van Amsterdam. Later was hij in dienst bij de Gemeenschappelijke Medische Dienst, afdeling Onderzoek en Ontwikkeling, sectie Onderzoek. Hoewel er in dit artikel veel medische termen worden gebruikt, kan het u toch goede achtergrondinformatie geven. Ook als u medicus bent en geïnteresseerd bent in wat meer accurate informatie over het syndroom van de chronische hyperventilatie, zijn de medische artikelen op deze site wellicht interessant voor u .
Er zijn een aantal symptomen en klachten die de medicus vaak op een dwaalspoor zetten bij de herkenning van het syndroom van de chronische hyperventilatie waardoor de diagnose chronische hyperventilatie vaak wordt gemist:
Verwijzingen naar een cardioloog
- aanvalsgewijs optredende benauwdheid.
- Pijn aan de thorax (al dan niet met uitstraling naar een of beide armen)
- Hartbonzingen en doodsangst
- Afwijkingen op het ECG
Verwijzing naar een gastro-enteroloog
- Een vol en gespannen gevoel in de bovenbuik
- Veel boeren en winden laten
- Verstopping of diarree
Vermeende hyperthyreoïdie met verwijzing naar een internist
- Vermoeidheid
- Gejaagdheid
- Klamme huid
- Snelle pols
- Slaapstoornissen
- Angstgevoelens
- Emotionele labiliteit
- Tremoren
Verwijzing naar een neuroloog
- Wazig zien en/of vlekken zien, gevolgd door (vaak vanuit de nek optrekkende) barstende hoofdpijn
- Overgevoeligheid voor prikkels met soms ook misselijkheid wekt het vermoeden van een migraine.
- Bijzonderheden op het EEG zoals die bij veel chronisch hyperventilerende patiënten voorkomen, wijzen ook in de richting van migraine. De patiënt wordt dan als zodanig behandeld.
Verschijnselen die op temporale epilepsie wijzen, waarvoor betrokkene dan wordt behandeld
- Depersonalisatie-verschijnselen met een gevoel van dreigend bewustzijnsverlies.
- Een onaangenaam, vaak als warmtestuwing ondervonden gevoel vanuit de benen of onderlichaam en motorische onrust en/of emotionele ontladingen.
- Bepaalde configuraties op het electro-encefalogram.
Een beknopte uitleg van het verschijnsel van de chronische hyperventilatie
Bij de energievoorziening van onze organen komen ook afvalproducten vrij; water en kooldioxide (CO2). Voor een deel wordt CO2 via de longen uitgeademd, terwijl een restant een essentiele rol vervult bij het handhaven van een optimale zuurgraad in het Iichaam. Hoe meer CO2 zich in het lichaam ophoopt, hoe zuurder wordt het organisme en hoe actiever wordt het ademhalingscentrum in het centrale zenuwstelsel. Hierdoor stijgt de ventilatie en wordt weer meer CO2 uitgeademd. Met het afnemen van de hoeveelheid CO2 in het organisme vermindert ook weer de activiteit van het ademhalingscentrum.
Respiratoire alkalose
Wanneer iemand meer ademt dan nodig is om een normale hoeveelheid CO2 in het lichaam te handhaven, zal door de versnelde ademhaling te veel CO2 uitgeademd worden. Hierdoor ontstaat een tekort van deze stof in het bloed en de weefsels. Dat resulteert in een respiratoire alkalose en dan spreekt men van hyperventilatie.
Een toestand van respiratoire alkalose heeft een aantal effecten op het organisme. Enkele daarvan zijn bijvoorbeeld:
- CO2 functioneert als regulator van de bloedvatwijdte. Bij een tekort aan CO2 ontstaat vaatvernauwing. Deze vaatvernauwing kan leiden tot een vermindering van de cerebrale bloedvoorziening tot 30% a 40%.
- Erythrocyten kunnen in alkalisch milieu hun zuurstof minder goed aan de weefsels afgeven (Bohr-Hasselbalch evenwicht).
Het is duidelijk, dat hierdoor tijdens een respiratoire alkalose (alkalose als gevolg van hyperventileren) een vermindering van functies van bijvoorbeeld het centrale zenuwstelsel kan optreden: wazig zien, alles veraf horen; niet meer kunnen denken; gevoel van dreigend bewustzijnsverlies.
Kooldioxide buffersystemen
Buffersystemen in de lichaamssappen corrigeren het optredende CO2-verlies nog enige tijd. Het belangrijkste buffersysteem betreft het CO2 afhankeIijke HCO3-, dat bij herhaaldelijk of frequent hyperventileren via de nieren als NaHCO3 en KHCO3 het lichaam verlaat. Hierdoor gaat buffercapaciteit verloren. Er kan bij nieuw CO2-verlies – ten gevolge van hyperventilatie – dan niet onvoldoende worden gecorrigeerd. Het bloed wordt gemakkelijker alkalisch.
Herinstelling van het ademhalingscentrum
De patiënt kan dan nog maar weinig CO2 missen alvorens alkalisch te worden, wat neerkomt op het gemakkelijker produceren van de hierbij behorende klachten en/of verschijnselen. Maar ook in het ademhalingscentrum in de hersenen verandert er iets onder invloed van herhaaldelijk of voortdurend bestaan van een respiratoire alkalose. Het ademhalingscentrum gaat wennen aan de minder zure toestand. Het gaat dat als normaal-toestand beschouwen, waardoor ook bij geringe stijgingen van het CO2-gehalte met een verhoging van de ademactiviteit zal worden gereageerd.
Zowel de vermindering van HCO3-buffer, als de geringere tolerantie voor CO2 van het ademhalingscentrum, bevorderen dus het in standhouden van de aandoening. De patiënt hyperventileert sneller op gezag van het ademhalingscentrum. Hij of zij krijgt gemakkelijker de alarmerende klachten en/of symptomen door tekort aan buffer. De resultante lijkt een voortdurende onzekerheid en angstige gespannen anticipatie op een volgende aanval. Deze anticipatie zal op zich al tot overademhaling aanleiding geven.
Hyperventilatie = chronische hyperventilatie
Hyperventilatie is een aandoening die neigt zichzelf in stand te houden; vaak in stand houdt. Hierdoor is hyperventilatie gewoonlijk chronische hyperventilatie. Er zijn een aantal verschillende andere waarneembare organische veranderingen,. Deze veranderingen treden vaak op in het kader van de chronische hyperventilatie. Voorbeelden hiervan zijn:
- verschuivingen in de elektrolyt-balans
- verschuivingen in de concentratie geïoniseerd Calcium, ook wel de melkzuurstofwisseling.